
De celebrities gaan er maar eens voor zitten in de blauwgekleurde O2 Arena. De schijnwerpers staan in Londen aan en als ware gladiatoren komen de spelers als popsterren in de rook met harde muziek op. Jo-Wilfried Tsonga heeft zijn vorige twee partijen verloren. Andy Murray heeft gewonnen van Berdych en nipt verloren van Djokovic.
De thuisfavoriet begint goed tegen een matte Tsonga. Het lijkt of de Fransman niet meer in zijn kansen gelooft. Veel zelfvertrouwen heeft hij dit jaar dan ook niet getankt, want hij won geen grote toernooien en moest zijn meerdere erkennen in de andere topspelers. Wel stond hij vorig jaar in ditzelfde toernooi in de finale, waarin Federer zijn meerdere was. Murray blaakt daarentegen van zelfvertrouwen. Niet verwonderlijk nu hij dit jaar eindelijk de grote prijzen binnenhaalde (Olympische Spelen en de US Open) en de Britse tennisvloek ophief .

Zelfs coach en tennislegende Lendl kan er om lachen. Murray is in vorm, retourneert de hamerharde services van de Fransman, maar Tsonga
trekt zich op aan het niveau. Tsonga krijgt zowaar een setpoint op 6-5, maar slaat dit
–niet voor het eerst - onbeheerst uit. In de tiebreak pakt Murray de tweede set
en het applaus van het publiek. In de halve finale mag Murray het vrijwel zeker opnemen tegen Federer, waarvan hij deze zomer de Olympische Spelen won. Ook toen was
Londen de place to be. Nu spelen de kemphanen binnen en niet op gras. Het is het jaar van de doorbraak van de Schot, die als hij wint ook als Brit wordt toegejuicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten